Heb je Lynch-syndroom en ben je vrouw, dan heb je een verhoogd risico op baarmoeder- en eierstokkanker.
Baarmoederkanker
Baarmoederkanker wordt ook wel endometriumcarcinoom genoemd. Deze kanker ontstaat in het baarmoederslijmvlies. Baarmoederkanker treedt bij vrouwen met Lynch-syndroom op jongere leeftijd op dan bij vrouwen zonder Lynch. Vrouwen met Lynch en baarmoederkanker hebben een relatief goede prognose op overleving.
De gemiddelde leeftijd waarop een vrouw met Lynch baarmoederkanker kan krijgen is 45-55 jaar. Vrouwen komen dan in de overgang. Hierdoor is het lastiger om baarmoederkanker op te sporen en de diagnose te stellen. Dit komt doordat vrouwen hun onregelmatig bloedverlies ten onrechte aan de ‘overgang’ toeschrijven. Ze gaan daarom niet altijd naar een gynaecoloog voor nader onderzoek.
Als vrouw met het Lynch-syndroom tussen 40-60 jaar kun je een jaarlijks gynaecologisch onderzoek krijgen. Op deze manier kunnen veranderingen in jouw baarmoederslijmvlies tijdig worden opgespoord.
Eierstokkanker
Eierstokkanker wordt ook wel ovariumcarcinoom genoemd. Uit onderzoek blijkt dat het eierstokkanker bij vrouwen met het Lynch-syndroom zich anders ontwikkelt. Zo kan eierstokkanker bij deze vrouwen op een relatief jonge leeftijd ontstaan, maar ook boven de 80 jaar. Daarnaast gedragen de carcinomen bij vrouwen met Lynch zich minder agressief dan bij ‘gewone’ eierstokkanker.
Eierstokkanker bij vrouwen met het Lynch-syndroom wordt meestal gediagnostiseerd in een vroeg stadium. Hierdoor is het goed te behandelen. Vrouwen met Lynch en eierstokkanker hebben een relatief goede prognose op overleving.
Gynaecologisch onderzoek
Vrouwen met het Lynch-syndroom kunnen wanneer ze tussen de 40-60 jaar zijn een gynaecologisch onderzoek krijgen. Door dit onderzoek worden eventuele afwijkingen vroeg gevonden. Het onderzoek bestaat uit een vaginale echo. Wanneer het baarmoederslijmvlies is verdikt wordt er ook biopt gedaan. Daarbij wordt een beetje baarmoederslijmvlies weggezogen uit de baarmoeder. Een patholoog onderzoekt dit op de aanwezigheid van (een voorstadium van) baarmoederslijmvlieskanker. Sommige vrouwen ervaren dit als een pijnlijk onderzoek. Vind jij dit ook, bespreek dit dan met je gynaecoloog. In sommige gevallen is het mogelijk om het onderzoek met verdoving te doen. Dit kan eventueel samen met het darmonderzoek (coloscopie).
Gynaecologisch onderzoek na de leeftijd van 60 jaar draagt niet meer bij aan het vroegtijdig stellen van de diagnose baarmoederkanker. Wel is het belangrijk dat je bij vaginaal bloedverlies of buikpijnklachten een afspraak maakt met de huisarts. Deze verwijst je dan door voor onderzoek door een gynaecoloog.
Behandeling
Heb je baarmoederkanker of eierstokkanker, dan is de behandeling vrijwel altijd een operatie. Hierbij worden je baarmoeder, eierstokken en eileiders verwijderd.
Bij baarmoederkanker gebeurt dat meestal met een kijkbuisoperatie (laparascopie).
Bij eierstokkanker via een open buikoperatie.
Soms is een aanvullende behandeling noodzakelijk. Na baarmoederkanker is dit bestraling op de onderbuik. Bij eierstokkanker wordt soms voorafgaand en na de operatie chemotherapie gegeven.
Na de operatie krijg je nog enkele jaren controles bij de gynaecoloog. Soms in combinatie met een radiotherapeut of je internist-oncoloog. Tijdens deze controles wordt gekeken hoe het met je gaat na de operatie en of de kanker mogelijk is teruggekomen.
Preventieve chirurgie
Het laten verwijderen van je baarmoeder, eierstokken en eileiders voorkomt beide kankersoorten. Door de goede prognose bij vrouwen met Lynch lijkt preventieve chirurgie niet bij te dragen aan een langere levensverwachting.
Wanneer je preventieve chirurgie overweegt, kun je dit het beste laten doen wanneer je 45-50 jaar bent. Het gevolg van deze ingreep is dat je vroeger in de overgang komt. De voor en nadelen van preventieve chirurgie kun je met je gynaecoloog bespreken.