DNA-test bij darmkanker
Is er reden om bij jou een DNA-onderzoek te doen? Bijvoorbeeld omdat de huisarts denkt dat je een erfelijke darmziekte hebt of omdat een familielid het Lynch-syndroom of Polyposis heeft? Dan word je doorverwezen naar een klinisch geneticus (erfelijkheidsarts). Die bespreekt eerst met je de voor- en nadelen en de mogelijke gevolgen van een uitslag.
Of je wilt weten of je de erfelijke aandoening hebt of kunt krijgen, is persoonlijk. Je bepaalt zelf of je DNA-onderzoek wilt laten doen. Ook als je eerst ‘ja’ hebt gezegd, kun je het later nog stop zetten.
Er is speciaal voor het Lynch-syndroom een ‘keuzehulp DNA-onderzoek’ ontwikkeld. Met deze online keuzehulp, ontwikkeld door het Erfocentrum en de Stichting Lynch Polyposis, kun je je gevoelens en gedachten over het DNA-onderzoek op een rij krijgen. Klik op onderstaande link:
-
- Met erfelijkheidsonderzoek wordt bepaald of er binnen jouw familie meer risico is op darmkanker.
- Meestal wordt eerst een weefseltest op bewaard gebleven operatieweefsel gedaan: de tumor DNA-test. Bij een afwijkende weefseltest kan de specialist met een erfelijke bloedtest bepalen of er een erfelijke aanleg in je DNA aanwezig is.
- Bij de grootste groep (80%) is de darmkanker niet erfelijk en niet familiair.
- Ongeveer 5% (5 van de 100) van de mensen met darmkanker heeft een erfelijke vorm van darmkanker. Er is dan sprake van een sterk verhoogd risico op darmkanker.
- Het gesprek (consult) heeft geen nadelen voor je verzekering of hypotheek (zie ook erfelijkheid en verzekeringen).
- Je krijgt meer te horen over de erfelijkheid van de aandoening en over hoe de medische controles in hun werk gaan.
- De kosten van het consult worden vergoed vanuit het basispakket. Wel geldt nog de eigen bijdrage en/of het eigen risico.
Waarom erfelijkheidsonderzoek?
Met erfelijkheidsonderzoek wordt er vastgesteld of het risico op darmkanker verhoogd is bij jou en in jouw familie. Erfelijkheidsonderzoek begint met het maken van een stamboom met je persoonlijke medische geschiedenis en je familiegeschiedenis. Soms wordt dit aangevuld met een erfelijke DNA-test in bloed.
Wat is een DNA-test?
Het DNA is je erfelijke materiaal. Je krijgt dit van je ouders en geeft een deel weer door aan je kinderen. Het DNA is opgebouwd uit veel verschillende genen. In deze genen kan een fout zitten: een mutatie. Een mutatie kan de kans op kanker verhogen. De DNA-test controleert of er mutaties in je erfelijk materiaal (het DNA) voorkomen. Hiervoor wordt bloed afgenomen.
De erfelijke DNA-test in bloed kan het beste eerst gedaan worden bij iemand die zelf darmkanker, baarmoederkanker of darmpoliepen kreeg. De kans is namelijk groter om de genetische fout aan te tonen bij iemand die zélf kanker of poliepen heeft (gehad) dan bij iemand die géén kanker of poliepen heeft (gehad). Als dit niet mogelijk is, kan de DNA-test ook direct gestart worden bij de (volwassen) kinderen, ouders, broers of zussen van iemand die kanker of poliepen kreeg.
Soms is het lastig tijdens het gesprek met de klinische geneticus al te beslissen of je getest wilt worden. Je kunt dit ook na enige bedenktijd beslissen, eventueel na een gesprek met een maatschappelijk werker van het ziekenhuis of klinisch psycholoog. De hulpverlener kan samen met jou de voor- en nadelen van de DNA-test op een rij zetten.
Bron: www.radboudumc.nl en www.erfelijkheid.nl