Niet alleen eetgewoonten en medicijnen hebben invloed op ons microbioom. Ook genen zijn bepalend voor welke bacteriën zich in en op ons lichaam bevinden. Onderzoekers van onder meer het Erasmus MC vonden in een internationale studie een verband tussen genen en darmbacteriën.
Darmbacteriën
Iedereen draagt zo’n 1,5 kilo darmbacteriën met zich mee. Een internationale groep onderzoekers bekeken ruim 18.000 ontlastingssamples qua samenstelling en de invloed van genen hierop. De samenstelling van het darmmicrobioom bleek van persoon tot persoon erg te verschillen. Van de 410 soorten (genera) darmbacteriën werden er maar 9 bij bijna alle mensen (95 procent) gezien.
Bifidobacteriën
Vervolgens keken de onderzoekers naar een verband tussen het DNA van een persoon en het darmmicrobioom. De duidelijkste associatie werd gezien tussen het lactase-gen (LCT) en de hoeveelheid bifidobacteriën, die lactose verteren in de darmen. Mensen met een bepaalde mutatie van het LCT-gen bleken grotere hoeveelheden bifidobacteriën in de darmen te hebben. Als mogelijke verklaring geven ze hiervoor dat bij die mutatie het lichaam lactose minder goed afbreekt. Hierdoor komt er bij het gebruik van zuivelproducten meer lactose in de darmen, wat daar als voeding dient voor de bifidobacteriën.
Toekomst
‘Als je meer van deze bacterie hebt, is dat over het algemeen goed voor je gezondheid’, vertelt onderzoeker Carolina Medina-Gomez van het Erasmus MC. ‘Het zou bijvoorbeeld de kans op bepaalde ziekten, zoals de chronische inflammatoire darmziekte kunnen verminderen.’ Verbanden met andere bacteriën kwamen in deze studie nog niet zo duidelijk naar voren, maar er werden wel trends gezien. Medina-Gomez: ‘Wellicht zou je over een aantal jaar aan je genen kunnen zien welke probiotica je moet bijslikken.’
Bron: Erasmus MC en Nieuws voor Diëtisten